Geldautomaten in de plattelandsgemeenten, een dringende uitdaging.
Sinds enige tijd is geweten dat het aantal fysieke bankkantoren en betaalautomaten zeer sterk afneemt. De opmars van elektronisch en digitaal betalen, het inkrimpen van de fysieke bankkantoren en de corona pandemie hebben deze tendens versneld.
Heel wat dorpen hebben op vandaag geen geldautomaat meer voorhanden. Het probleem wordt wekelijks groter want voornamelijk in plattelandsgemeenten worden heel mensen dagelijks geconfronteerd met deze problematiek, alleenstaanden, oudere mensen en kwetsbare groepen hebben geen toegang meer tot cashgeld binnen een redelijke afstand van hun woonplaats.
Er zijn diverse initiatieven lopende zoals de neutrale bankautomaat Batopin (samenwerking tussen de 4 grootbanken) die een dekking van 95% nastreeft en een automaat voor iedereen binnen de 5 km beschikbaar moet stellen. Deze automaten zouden tegen 2025 operationeel moeten zijn. Vaak ontbreekt er openbaar vervoer tussen de kleinere kernen en is het dus voor bepaalde doelgroepen onmogelijk om over cash geld te beschikken.
Deze problematiek stelt zich het meest urgent in plattelandsgemeenten waar ook andere diensten er sterk op achteruit gaan. Inwoners zijn aangewezen op de hulp van een lokale bakker, slager of handelszaak die welwillend bij elektronische betalingen extra cash geld terug kunnen geven. We zien op de kaart van de eerste 100 cashpunten die uitgevoerd of in uitvoering zijn weinig tot geen plattelandsgemeenten. Dit is zorgwekkend aldus Bart Dochy (Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V)
Diverse private spelers denken na over alternatieven, er is gesproken over een nieuw netwerk “Nickel” waarbij BNP Paribas het tegen betaling mogelijk zal maken geld af te halen in 100-den krantenwinkels. Andere instellingen zoals B-post en kleinere instellingen die niet meestappen in het Batopin-project engageren zich dat de automaten voorlopig beschikbaar blijven waar geen andere automaten voorhanden zijn.
Nederlands voorbeeld
Er bestaan nochtans genoeg leveranciers die morgen een oplossing kunnen bieden. In Nederland zijn er in kleinere plattelandsgemeenten iets meer dan 1500 geldautomaten in de winkels of bij handelaars te vinden. Zij vullen deze met eigen cashgeld. Dergelijke overeenkomsten verlopen op huurbasis waarbij het aantal transacties (het gebruik) de werkelijke kost bepaalt. Voor enkele tientallen euro’s huur per maand is het mogelijk een dergelijk toestel in een krantenwinkel, bij een slager of in een buurtsupermarkt te plaatsen.
Rondvraag bij de Nederlandse leveranciers leert ons dat er twee beperkingen zijn: