Mensen zijn terecht meer en meer begaan met het welzijn van dieren. In die optiek ervaren velen pelsdierhouderijen (in Vlaanderen gaat het alleen om nertsenkweek) als problematisch. Hoewel de betrokken kwekers de geldende regels respecteren, slinkt het begrip voor het kweken en doden van dieren louter om hun pels. In tegenstelling tot de bevoegde minister ging Vlaams Parlementslid Bart Dochy in echt overleg met de nertshouderijen. Dat mondde uit in een voorstel dat het definitief stopzetten van de nertsenkweek in Vlaanderen op korte termijn mogelijk kan maken, mits economische compensaties. Bart Dochy roept de minister voor dierenwelzijn op om onmiddellijk tot actie over te gaan en de nodige middelen vrij te maken.
Vlaanderen telt 17 nertsenkwekerijen. De dialoog die Bart Dochy met de uitbaters aanging, leverde het inzicht dat ook zij zich bewust zijn van het krimpende maatschappelijke draagvlak voor hun activiteit. Alleen, de voorstellen die de Vlaamse minister voor dierenwelzijn totnogtoe op tafel legde om de uitbating te staken, boden geen rechts- noch pensioenzekerheid. Hij gaat immers uit van een uitdoofscenario: de huidige nertsenhouders zouden actief kunnen blijven tot hun pensionering. Maar voor dergelijke bedrijven is de restwaarde van het bedrijf net een deel van het pensioen. Indien er geen verderzetting of overname van de economische activiteit meer mogelijk is, neemt die restwaarde natuurlijk fel af.
Het hoeft geen betoog dat de vraag om stopzetting onder die voorwaarden als onredelijk wordt ervaren. Komt daarbij dat een dergelijke uitdoofpiste vanuit het oogpunt van dierenwelzijn weinig consequent is. Als nertsen kweken vandaag een bedreiging is voor het dierenwelzijn, dan is het nog jarenlang gedogen ervan niet verdedigbaar.
Bart Dochy ging daarom op zoek naar een échte gedragen oplossing: "Mits redelijke compensatie zijn de nertsenkwekers bereid met vrijwel onmiddellijke ingang hun activiteiten te stoppen. CD&V vraagt de minister voor dierenwelzijn dan ook om werk te maken van compensatiemaatregelen zodat een verbod op pelsdierenkweek kan worden ingesteld per 1 januari 2017. Dat is vanuit dierenwelzijnsoogpunt het enige verdedigbare én getuigt van respect voor de betrokken ondernemers."
Want hoewel 1 januari van volgend jaar erg kort dag is, heeft Dochy zijn redenen voor deze strikte deadline: "Dit moet nog deze legislatuur worden geregeld om rechtszekerheid te bieden. Als nu gekozen wordt voor een uitdoofscenario, en de volgende beleidsploeg beslist alsnog om versneld te stoppen, zijn deze mensen in de aap gelogeerd. We moeten dit meteen regelen. Dat is de enige redelijke en respectvolle manier."
Dochy verwijst naar het ontwikkelde instrumentarium in het kader van de instandhoudingsdoelstellingen natuur. Ook daar worden de zogenaamd 'rode bedrijven' economisch gecompenseerd, zij het om milieu- en natuurredenen.
Wanneer alleen Vlaanderen de pelsdierhouderij verbiedt, is dat natuurlijk een druppel op een hete plaat. Bart Dochy pleit dan ook voor een voortrekkersrol van Vlaanderen in Europa. Bedoeling moet zijn om op termijn een internationaal verbod te realiseren, en bij uitbreiding ook de bonthandel aan banden te leggen: "Het is immers nogal hypocriet om de kweek van pelsdieren te verbieden, maar toch de ogen te sluiten voor de import en verkoop van pelsproducten."