Meer rechtszekerheid en verbeterde waterkwaliteit
Vandaag keuren de meerderheidspartijen in het Vlaams parlement cd&v, N-VA en Vooruit een aanpassing van het mestdecreet goed, gebaseerd op het princiepsakkoord tussen de landbouw- en milieuorganisaties van 7 maart 2023. De aanscherping van het decreet moet de waterkwaliteit verbeteren en moet zorgen voor een rechtszeker kader voor landbouwers om te ondernemen.
In 2022 kwam er op initiatief van toenmalig minister van Omgeving Zuhal Demir een overleg tussen de landbouw- en natuurorganisaties om te komen tot een voorstel tot aanpassing van het mestdecreet. Op basis van de meetgegevens van de waterkwaliteit die onvoldoende waren daagde de minister de landbouw- en natuurorganisaties uit om tot een consensus te komen. Na maanden onderhandelen mondde dit uit in een princiepsakkoord. Dit princiepsakkoord vormt nu de basis voor het aangepast mestdecreet dat vandaag door het Vlaams parlement wordt goedgekeurd.
Rechtszekerheid en einde aan claims door milieuorganisaties
Ondertussen bewoog er wat: zo was er de Nitraatzaak waarbij Vlaanderen veroordeeld werd tot het betalen van een dwangsom van 1000 euro aan 5 milieuorganisaties per dag dat er geen extra maatregelen genomen werden om de hoeveelheid nitraat in de Vlaamse waterlopen terug te dringen. Daarnaast spant de Europese commissie een inbreukprocedure aan bij het Europese hof van justitie om Vlaanderen aan te manen bijkomende maatregelen te nemen om de vervuiling van het oppervlaktewater met stikstof uit agrarische bronnen verder aan te pakken. Dit kan leiden tot een miljoenenboete.
In het regeerakkoord spraken de coalitiepartners N-VA, Vooruit en cd&v daarom af om op verschillende vlakken effectieve maatregelen te nemen om de waterkwaliteit aanzienlijk te verbeteren. Eén maatregel is het onmiddellijk aanscherpen van het Mestdecreet op basis van het princiepsakkoord tussen de landbouw- en natuurorganisaties. “Dit is een belangrijke stap om onze waterkwaliteit op korte termijn te verbeteren”, zegt Kris Verduyckt (Vooruit). “Na jaren van onderhandelen nemen we met deze regering met dit nieuw mestactieplan versneld actie. Er is jaren over de concrete inhoud van iedere maatregel gediscussieerd, maar ondertussen verandert er op het terrein niets. We nemen nu actie en leggen ook een aanpak vast voor de komende jaren.” Om deze maatregelen effect te kunnen laten hebben in het komende teeltjaar is het noodzakelijk om snel duidelijkheid te geven aan de land- en tuinbouwers, want vanaf 15 februari start het nieuwe bemestingsseizoen. Wachten is volgens de indieners dus geen optie.
Aangescherpt decreet
“Het voorliggende pakket aan maatregelen die we in het decreet inschrijven vormt een uitdaging voor de land- en tuinbouwsector. Desondanks is de sector zich bewust van de noodzaak van deze inspanning. Om mogelijke twijfels of de maatregelen ver genoeg gaan bij milieuorganisaties weg te nemen is voorzien om de voorliggende maatregelen te evalueren via een Milieueffectenrapport”, stelt Vlaams parlementslid Bart Dochy (cd&v). “Voorts stelt het regeerakkoord ook: ‘Als uit de monitoring in 2025 en 2026 blijkt dat er bijkomende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen, zullen die genomen worden.’ Het decreet voorziet sowieso in zogenaamde ‘auto-executieve maatregelen’ die automatisch in voege treden in 2027, als de waterkwaliteit onvoldoende is. Zo bouwen we garanties in dat we de doelstelling voor een betere waterkwaliteit hoe dan ook willen behalen”, zegt Arnout Coel (N-VA).
Strengere bemestingsnormen en beschermingsstroken
De aanpassing van het decreet voert strengere bemestingsnormen in en moet vermijden dat er nitraatoverschotten uitspoelen in de bodem of in het oppervlakte- en grondwater. “We verlagen hoeveel mest boeren mogen uitrijden. Deze verstrenging is afhankelijk van de waterkwaliteit in het betreffende gebied. Een slechtere waterkwaliteit betekent dus minder bemesten. Daarnaast worden land- en tuinbouwers gestimuleerd om met wetenschappelijk onderbouwde duurzame teelttechnieken de vervuiling van beken en rivieren te voorkomen. Voor landbouwers die duurzame praktijken toepassen en daardoor minder vervuilen zijn we dus soepeler”, vult Kris Verduyckt (Vooruit) aan.
Daarnaast worden beschermingsstroken afgebakend langsheen waterlopen die grenzen aan akkergrond. Langsheen de zogenoemde VHA-waterlopen, waterlopen die opgenomen zijn in de Vlaamse Hydrologische Atlas, worden beschermingsstroken afgebakend. Deze beschermingsstroken van 5 meter komen er bij het inzaaien van nitraatgevoelige teelten (met groter risico op nitraatuitspoeling) in de gebiedstypes 2 en 3 (gebieden met minder goede waterkwaliteit). Vanaf 2026 komen er bijkomend beschermingsstroken van 3 meter in de gebieden met een betere waterkwaliteit (gebiedstype 0 & 1) en teelten die niet uitspoelingsgevoelig zijn. Voor het bewaren van deze beschermingszones wordt een vergoeding voorzien.
Kalenderlandbouw en handhaving
“Landbouw laat zich niet leiden door de kalender, denk aan periodes met veel regenval of extreme droogte. Daarom wordt afgestapt van te strikte ‘kalenderlandbouw’, waarbij strikt wordt vastgelegd wanneer landbouwers gewassen mogen inzaaien, oogsten of bemesten. De vastgelegde data zullen met 14 dagen verschoven kunnen worden na wetenschappelijk advies”, vult Bart Dochy (cd&v) aan.
Ook de handhaving wordt versterkt. “Er wordt extra ingezet op bedrijfsevaluatie, waarmee het volledige bedrijf wordt beoordeeld. Bij overschrijding van een drempelwaarde wordt striktere perceelsopvolging en/of verplichte begeleiding door een gekwalificeerde instantie opgelegd. Wanneer men binnen de 5 jaar opnieuw niet voldoet worden boetes opgelegd. De weersomstandigheden worden echter steeds voorspelbaarder. Gezien dit buiten de macht van de landbouwer ligt, zal dit worden meegenomen in de beoordeling”, zegt Arnout Coel (N-VA).
“Een belangrijk discussiepunt tussen de landbouw- en natuurorganisaties was de vervroegde stopzetting van de nulbemesting voor gronden gelegen in groene bestemming en VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk). In het regeerakkoord werd afgesproken om te kiezen voor een stimulerend beleid waarbij landbouwers vrijwillig kunnen instappen in de nulbemesting in VEN-gebied op groene bestemmingen. Het systeem daartoe wordt uitgewerkt vóór 15 februari”, zegt Dochy.
“Deze Vlaamse meerderheid heeft grote ambities om de waterkwaliteit te verbeteren. We willen dit doen vanuit het overlegmodel tussen landbouw en natuur. Met maatregelen die wetenschappelijk onderbouwd zijn, met monitoring en gerichte bijsturing om het doel te bereiken”, besluiten de indieners.
Meer info?
info@bartdochy.be